You Only Live Twice

You Only Live Twice (1967)

Je leeft maar tweemaal,
Wanneer je geboren wordt,
En nog eens, wanneer je in 
het aangezicht staat van de dood.


Basho (1644-1694)

De producenten van de James Bond films Cubby Broccoli en Harry Saltzman stonden voor de moeilijke taak om met een opvolger te komen voor Thunderball, die met zijn hoogste opbrengst tot dan toe de populariteit van de Britse geheim agent tot ongekende hoogte had gestuwd. De keus viel uiteindelijk op het boek You Only Live Twice uit 1964. Schrijver Ian Fleming bedacht hierin een verhaal over een Zwitserse geschifte geleerde die ergens in Japan een tuin des doods had aangelegd met de enige intentie om zoveel mogelijk Japanners naar het hiernamaals te helpen. De inspiratie voor de titel kreeg Fleming bij het lezen van bovengenoemd gedicht, een zogeheten haiku.

Saltzman en Broccoli zagen echter in dat het verhaal niet erg geschikt was voor een film en daarom werd niemand minder dan Roald Dahl aangetrokken om met enkel de locatie Japan en wat karakternamen een compleet nieuw avontuur te schrijven. De beroemde Engelse schrijver is natuurlijk het meest bekend van zijn (kinder) boeken, maar hij was niet helemaal vreemd met het schrijven van filmscripts. Zo pende hij hiervoor onder andere 36 Hours uit 1965 en zou later ook het script van Chitty Chitty Bang Bang en Willy Wonka & The Chocolate Factory voor zijn rekening nemen.

In het boek blijkt de Zwitserse Botanicus uiteindelijk aartsrivaal Blofeld te zijn en deze sinistere figuur is dan ook samen met SPECTRE degene die Bond in de film uit dient te schakelen. Tijdens het spotten naar locaties in Japan vlogen de producers, regisseur Lewis Gilbert en productieontwerper Ken Adam over het eiland van Kyushu over een aantal vulkanen waarbij men het idee kreeg dat Blofeld wel eens in een oude vulkaan zijn schuilplaats zou kunnen hebben. Adam werd, eenmaal thuis, gelijk aan het werk gezet om deze set te ontwerpen.

De vaste cast van de voorgaande Bondfilms was ook in You Only Live Twice weer van de partij met Desmond Llewelyn als Q, Bernard Lee als M en Lois Maxwell als Miss Moneypenny. Sean Connery kroop weer in de huid van geheim agent 007, maar had steeds meer moeite met de wereldwijde media-aandacht die zijn rol met zich meebracht. Bij de opnames in Japan was dit nog vele malen erger. De aan massahysterie grenzende aandacht van pers en fans dreef hem tot waanzin en hij besloot dat dit zijn laatste Bond zou worden, en het tijd werd om als acteur zijn horizon te verbreden.

Voor de rol van Blofeld was in eerste instantie de Tsjechische acteur Jan Werich gecontracteerd, maar aan het begin van de opnames werd de ongelukkige man ziek waardoor er snel een vervanger gezocht moest worden. Uiteindelijk werd Donald Pleasence bereid gevonden de rol over te nemen. De Bondgirls Aki en Kissy werden gespeeld door de Japanse actrices Akiko Wakabayashi en Mie Hama. Eigenlijk zou Hama de rol van Aki spelen maar toen bleek dat Mie Hama amper Engels kon spreken koos men ervoor om de rollen te verwisselen. De Duitse actrice Karin Dor vertolkte de rol van Helga Brand. Zij schitterde hierna onder andere in de Hitchkock-film Topaz uit 1969. Tiger Tanaka, het hoofd van de Japanse geheime dienst, werd gespeeld door Tetsuro Tamba. Charles Gray speelde de Australische inlichtingenofficier Dikko Henderson. Op zich een klein rolletje maar Henderson zou later zijn kans krijgen in Diamonds Are Forever waarin hij Blofeld mocht spelen.

Ken Adam was inmiddels begonnen met het overzien van de constructie van de vulkaan waarin Blofeld zich schuil houdt. De gigantische set is gebouwd op de backlot van de Pinewood filmstudio’s, op de plek waar nu de beroemde 007 Stage staat. De set koste maarliefst 1 miljoen dollar, het totale budget van Dr. No! Vanaf 11 mei 1966 werkten ruim 400 mensen aan de set waarin ongeveer 320 km aan steigerbuizen, 700 ton aan constructiestaal en 200 ton pleisterwerk verwerkt zat. Eenmaal af bevatte de set een werkende monorail, een verplaatsbare helikopterlandplaats en een intrekbaar vulkaanmeer ter hoogte van ongeveer 40 meter.

Toen Cubby Broccoli een artikel las over een gyrocopter, een soort helikopter waarbij de voortstuwing bewerkstelligd wordt door een propeller, was hij gelijk verkocht. Dit moest in de inmiddels vijfde James Bond film komen. Hij nam contact op met Ken Wallis, de maker en bedenker van de gyrocopter. Samen met special effects goeroe John Stears paste ze het helikoptertje aan voor de film en doopte hem om tot Little Nellie. Ken Wallis bestuurde het toestel tijdens de opnames zelf, die grotendeels in Japan maar ook in Torremolinos in Spanje werden opgenomen.

John Stears was naast zijn werk voor Little Nellie, ook verantwoordelijk voor de effecten met de ruimtevaarttuigen die grotendeels met miniaturen verwezenlijkt zijn. Het mag er nu dan misschien wat oubollig uit zien, maar voor die tijd waren de effecten van hoge kwaliteit. Stears zou later grote bekendheid krijgen voor zijn werk in Star Wars.

In totaal heeft de crew van You Only Live Twice zes weken in Japan gefilmd. Andere opnames vonden plaats in Hong Kong, de Bahamas en Gibraltar. De binnenopnames vonden allemaal plaats op de Pinewood Studio’s. Het opnemen van de film kwam in maart 1967 tot een einde en duurde uiteindelijk 8 maanden.

Voor de score van de film werd andermaal John Barry aangetrokken en leverde een erg mooie soundtrack af. Hij schreef ook de titelsong die werd ingezongen door Nancy Sinatra, de dochter van de wereldberoemde zanger/acteur Frank Sinatra. In 1998 had Robbie Willliams nog een dikke hit met het nummer Millennium waarin een sample van You Only Live Twice verwerkt zat.

James Bond had inmiddels een enorme spionnenhype op touw gebracht en moest steeds meer moeite doen om zich te onderscheiden van de rest van zijn tijdgenoten. De druk om te presteren was daarom hoog. De makers hebben met You Only Live Twice een zeer vermakelijke film afgeleverd waarbij de vorm het duidelijk wint van verhaal. De geloofwaardigheid is namelijk ver te zoeken, maar alles is door cameraman Freddy Young schitterend in beeld gebracht. Slagroom op het toetje is natuurlijk de fantastische vulkaanset van Ken Adam, maar ook Little Nellie laat een onvergetelijke indruk achter. Niet de beste uit de reeks, maar wel één die zeer lekker wegkijkt.

You Only Live Twice ging op maandag 12 juni van het jaar 1967 in première en bracht wereldwijd 111,6 miljoen dollar op. Weliswaar zo’n 30 miljoen minder dan zijn voorganger Thunderball, maar met productiekosten van $9,5 miljoen was de film nog steeds een groot succes.

You Only Live Twice © 1967 Danjaq S.A. & United Artists Corporation.